AF-18037 | Sorghum als derde gewas in de melkveehouderij

Bert van Rees2019, Kernthema Klimaatneutraal, Project, TKI-projecten

Projecttitel: Sorghum als derde gewas in de melkveehouderij
Projectnummer: AF-18037
Missie: Kringlooplandbouw
MMIP: Eiwitvoorziening voor humane consumptie uit (nieuwe) plantaardige bronnen (A4)
Looptijd: 2019 – 2022
Budget publiek: € 290.000
Budget privaat: € 312.000
Projectleider: Nick van Eekeren
Betrokken partijen: CZAV, DSV Zaden Nederland, Louis Bolk Instituut, LTO Nederland, Maatschap de Milliano-Meijer, ZuivelNL, Wageningen University & Research


Sorghum is een nieuw gewas voor de noordelijke regio’s, dat qua groeiwijze en teelt schijnbaar lijkt op maïs en is ook een C4-gewas met een hoge CO2-opname. Sorghum als derde ruwvoergewas op een melkveebedrijf kan de rotatie met maïs verruimen en de nadelen van continuteelt maïs, zoals hoge nitraatuitspoeling opbouw van bodemgebonden ziekten, resistentie bij onkruiden door noodzaak voor gebruik van andere herbiciden en bodemverdichting, mogelijk voorkomen. Met dit voorstel wordt beoogd de potentie van sorghum als derde gewas in de melkveehouderij te onderzoeken met als doel de continuteelt van maïs substantieel te verminderen. De continuteelt van maïs heeft een aantal nadelen, zoals nitraatuitspoeling op de droge zandgronden (waterkwaliteit). Daarnaast zal door klimaatveranderingen beregenen in de toekomst moeilijker worden (water wordt schaarser), terwijl tegelijkertijd door extremere buien bodemverdichting een steeds groter probleem wordt. Ten opzichte van maïs is de teelt van sorghum meer droogtebestendig en heeft mogelijk een hogere stikstofefficiëntie. Overigens door dezelfde klimaatverandering neemt het perspectief van een meer noordelijke teelt van sorghum ook toe. Als alternatief voor en/of in rotatie met maïs draagt sorghum bij aan de versterking van de weerstand tegen ziekten en plagen (m.n. bodemgebonden ziekten en ook de maïswortelboorder) en kan met een diepere beworteling bodemverdichting opheffen. Door veredeling is de koudegevoeligheid van het gewas  doorbroken, waardoor grootschalige toepassing van sorghum -voor een combinatie van biomassa en zetmeel- in Nederland (en België) mogelijk wordt.
Via rassenvergelijking wordt in dit project de aanpassing aan de teeltomstandigheden in Nederland (en België) significant gestimuleerd. Door rasvergelijkingen worden sorghumrassen doorontwikkeld en vergeleken met maïsrassen. De potentie en acceptatie van sorghum als derde gewas is ook afhankelijk van de milieuvoordelen, teeltaspecten, voederwaarde en – opbrengsten. Daartoe worden via bemesting- en nutriëntenefficiencyproeven de milieuvoordelen in beeld gebracht. Ook wordt onderzoek gedaan naar hoe het gewas het beste worden kan geteeld (zaaimethode, bemesting, gewasbeschermingsmethode, oogst, conservering). Tot slot vinden verterings- en opnameproeven plaats om de voederwaardering beter in beeld te krijgen.
Het onderzoek verschaft een voor de praktijk, maar ook voor beleidsontwikkeling, toegankelijke handreiking (inclusief economische onderbouwing). Gezien het innovatieve karakter – o.a. doorbraak van de koudegevoeligheid van het gewas – worden ook wetenschappelijke publicaties opgeleverd. Door samenwerking en kennis te delen met de Belgische onderzoeksinstelling ILVO levert dit extra kennis op.
Links:

Deel dit bericht