Projecttitel: Meerwaarde Mest en Mineralen
Projectnummer: AF-16137a
Missie: Kringlooplandbouw
MMIP: Verminderen fossiele nutriënten, water en stikstofdepositie (A1)
Looptijd: 2017 – 2020
Budget publiek: € 2.000.000
Budget privaat: € 2.000.000
Projectleider: Oscar Schoumans
Betrokken partijen: Agrifirm Exlan, Agrifirm Plant, LTO, Vitens, Wageningen University & Research, Zuivel NL
De bodemkwaliteit en het gebruik van meststoffen in de grondgebonden veehouderij en de recente groei in mestproductie van de veestapel hebben een grote invloed op de waterkwaliteit in Nederland. Op het snijvlak van deze ontwikkelingen zijn in dit programma via de onderliggende projecten de meest kansrijke innovaties samengebracht waarmee de Nederlandse landbouw beide uitdagingen kan ombuigen naar kansrijke oplossingen. Juist de geschetste uitdagingen maken Nederland bij uitstek geschikt voor het opschalen van inspanningen om te komen tot een circulaire economie en beschikbare innovaties snel toe te passen. Daarnaast kunnen organische meststoffen een positieve bijdrage leveren aan het verhogen van het organische stof gehalte in de Europese bodems. Daarvoor is tegelijk nodig dat de nu nog geëxporteerde meststromen verder worden opgewaardeerd tot innovatieve producten, terwijl het gebruik van meststoffen in de grondgebonden teelten door geïntegreerde kennis van landbouwpraktijk en waterbeheer aankoerst op een optimale gewasopbrengst met minimale emissies naar het milieu. De melkveehouderij gebruikt 25% van alle grond in Nederland en heeft daardoor veel invloed op de omgevingskwaliteit. Hierbij zijn waterbeheerders, veehouders en hun dienstverleners nodig die een gemeenschappelijk denk- en werkkader ontwikkelen dat bodem, water en bedrijf omvat. Dit is urgent. Kwaliteitseisen voor grond- en oppervlaktewater worden nu niet gehaald (Adviescommissie water, 2016) en verbetering is onvoldoende. Koeien & Kansen heeft de infrastructuur en het netwerk om samen met waterbeheerders, veehouders en hun dienstverleners een gemeenschappelijk denk- en werkkader te ontwikkelen dat bodem, water en bedrijf omvat om dit traject succesvol uit te werken en te laten landen. Tegelijk kenmerken de recente jaren zich door een fel debat over de mogelijke groei van de veestapel met het vervallen van de melkquota per 1 april 2015. De toename van de mestproductie gaat gepaard met een verplichting tot mestverwerking die er mede toe heeft geleid dat circa de helft van alle mest die niet kan aangewend op de bij de veehouderij in gebruik zijnde gronden wordt geëxporteerd naar bestemmingen buiten de Nederlandse landbouw. Ons land loopt voor in de ontwikkeling van innovatieve bemestingsproducten gemaakt uit hernieuwbare bronnen, zoals dierlijke mest. In de eerste fase van deze PPS is een effectieve methodiek ontwikkeld gericht op fosfaatrecovery (op laboratoriumschaal en kleinschalige pilotschaal), dit heeft inmiddels geleid tot een aanzet om te komen tot de inrichting van een Groene Mineralen Centrale waarbij niet alleen fosfaat maar ook stikstof wordt teruggewonnen en organisch stof met een verlaagd stikstof (N) en fosfor (P) gehalte beschikbaar blijft voor de Nederlandse voedselproductie. Nu er een aantal opschaalbare procedés zijn ontwikkeld om nutriënten uit mest te kunnen valoriseren is het tijd voor opschaling in volume en bereik. Daartoe heeft een groot aantal partijen zich geschaard achter dit initiatief omdat dit wordt gezien als belangrijke stap in de procesinnovatie die nodig is om te komen tot duurzame integrale mestverwerking. Vanwege de toenemende zorg over de bodemkwaliteit in Nederland, wordt hiermee een belangrijke bouwsteen geleverd om te komen tot duurzaam bodembeheer, die kan zorgen voor de verbinding tussen beide geschetste thema’s. Bij de uitvoering wordt de gouden driehoek uitgebreid met maatschappelijke organisaties, zodat ook de acceptatie van deze trajecten al tijdens de looptijd kan worden getoetst en opgelijnd.
Links:
Website
Rapportage 2018
Rapportage 2019
Deel dit bericht