Vorige maand werd het PPS-project Oppervlaktebesmettingen in de levensmiddelenindustrie afgesloten met een symposium. Tijdens het symposium kregen de deelnemers een update over reiniging en desinfectie in de levensmiddelenindustrie.

Masja Nierop Groot (Wageningen University & Research) presenteerde cijfers over het belang van een goede hygiëne: “RIVM schat dat jaarlijks ruim 650.000 Nederlanders ziek worden door besmet voedsel. De economische schade daarvan bedraagt 195 miljoen euro. Zo’n 14% van de voedsel-gerelateerde uitbraken wordt veroorzaakt door besmetting bij de productie blijkt uit cijfers van het CDC. Met effectieve procedures kunnen de risico’s een stuk verder worden verkleind.”

In het PPS-project werd, samen met een groot aantal industriële partijen, onderzocht hoe oppervlaktebesmettingen ontstaan, hoe ze kunnen worden verwijderd en waar ontwerpers rekening mee moeten houden bij de ontwikkeling van apparatuur. Hasmik Hayrapetyan (Wageningen University & Research) ging in haar bijdrage in op ‘fogging’. In het project is onderzocht of het zinvol is om apparatuur te ontsmetten door er een nevel van bijvoorbeeld perazijnzuur in te blazen. Hayrapetyan: “Uit de experimenten blijkt dat fogging inderdaad goed werkt. De behandeling duurt wat langer dan bij conventionele behandelingen, maar je verbruikt minder chemicaliën en het effect is groter: de nevel komt overal en ontsmet ook de lucht in de apparatuur. In feite pas je een koude sterilisatie toe.”

Ook de toepassing van koud plasma is in het project nader onderzocht. Onderzoeker Erik Esveld (Wageningen University & Research) vertelde dat koud plasma op termijn goede mogelijkheden biedt: “Met koud plasma kun je in principe op een efficiënte manier producten, verpakkingen en oppervlaktes ontsmetten. Behalve bacteriën en schimmels, worden ook de sporen gedood zonder gebruik te hoeven maken van hoge temperaturen en chemicaliën.” Om tot toepassingen in de foodindustrie te komen, moet er wel toelating binnen de regelgeving komen. Daarnaast is het nodig om applicaties te ontwikkelen die passen bij de manier van werken in de foodindustrie. In een vervolgproject werken we aan een methode waarbij de producten sneller afdoende worden behandeld. We verwachten dat we bij de afronding van dat project, in 2022, een flink stuk verder zijn. Daarmee kunnen we de voedselveiligheid in de toekomst nog verder verbeteren.”