Sinds 1 januari is Rabobankbestuurder Dirk Duijzer het nieuwe boegbeeld van de Topsector Agri & Food. Duijzer, gepokt en gemazeld in de agrifoodsector, ziet de verbinding met de samenleving als één van de belangrijkste aandachtspunten voor de sector: “We hebben elkaar hard nodig”.
Duijzer heeft een uitgebreide staat van de dienst in de sector. Hij was algemeen directeur bij LTO Nederland en bij CBTB, één van de voorlopers van LTO Nederland. Ook was hij jarenlang directeur Food & Agri bij de Rabobank, waar hij nu directeur Bestuurszaken en Coöperatie is. Duijzer: “In mijn tijd bij LTO Nederland hadden we elk jaar wel te maken met een crisis die tot diep in de samenleving werd gevoeld. DE MKZ-crisis van 2001 dreunt bijvoorbeeld nog steeds na. Dit heeft bij mij tot het diepgewortelde besef geleid dat er geen enkele economische sector is die zulke nauwe banden met de samenleving heeft dan de onze. Wij voorzien de samenleving in een eerste levensbehoefte en we kunnen met onze producten bijdragen aan de volksgezondheid. Wij zijn dus van belang voor de samenleving. Tegelijkertijd moeten we een scherp oog houden voor de behoeftes van de samenleving. Niet alleen omdat we anders in ons productaanbod de plank misslaan, maar ook omdat de samenleving uiteindelijk de randvoorwaarden voor onze manier van produceren bepaalt. Nauw onderling contact is en blijft essentieel.”
Sector heeft genetische aanleg voor samenwerking
Voor het contact met de samenleving is allereerst een goede organisatie binnen de sector van belang. Duijzer: “De verschillende schakels in de agrifoodketen communiceren heel intensief met elkaar en trekken zoveel mogelijk gezamenlijk op in communicatie met de samenleving. Het zit ook in de aard van onze sector: we zijn groot geworden door goed samen te werken, samen kansen te benutten en elkaars knelpunten op te lossen. Dat doen we in de sector deels in coöperaties, maar zelfs de bedrijven die anders zijn georganiseerd, hebben toch een gen voor samenwerking in het DNA. Die sterkte moeten we zoveel mogelijk benutten.”
Vroegtijdig meesturen
“Dat zie je ook terug in de topsector”, vindt Duijzer: “Producenten, verwerkers, retailers, overheid en kennisinstellingen hebben allemaal een vertegenwoordiging en bepalen samen de koers van de topsector. Met name het overleg tussen bedrijven en overheid vind ik heel waardevol. Door het bedrijfsleven vroegtijdig mee te laten sturen, kom je tot werkbare oplossingen waar de samenleving als geheel de vruchten van plukt.”
Innoveren blijft belangrijk
“Het onderhouden van een dialoog met de samenleving, betekent ook dat we ons moeten aanpassen aan de conclusies die uit de dialoog voortkomen”, zegt Duizer: “Dat betekent dat innovatie ook de komende jaren heel belangrijk blijft. Want alleen door te vernieuwen kunnen we aan de veranderende wensen van de consument en de samenleving blijven voldoen. We moeten blijven inspelen op consumententrends én tegelijkertijd nog schoner en duurzamer werken.”
“Daarnaast moeten we onze inspanningen beter laten zien. Er gebeuren heel veel goede dingen in de sector. Er zijn bijvoorbeeld goede resultaten geboekt op emissiereductie in de veehouderij of zoutverlaging in producten. En het overleg binnen de topsector levert werkbare missies op waar we ons de komende jaren op gaan richten. Ik denk dat we dat meer voor het voetlicht moeten brengen. Ook om de samenleving te laten zien dat we open staan voor dialoog en er daadwerkelijk acties aan verbinden. Dat maakt onze band alleen maar sterker en daar zijn zowel samenleving als sector enorm bij gebaat.”
Deel dit bericht