Werkgebied Duurzaamheid:
naar state-of-the-art prestaties
Ambitieuze doelen
De Topsector Agri&Food heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd om de verduurzaming van de sector verder te versterken. Dit vertaalt zich in ‘meer met minder’ of te wel het realiseren van het vergroten van de toegevoegde waarde en efficiënter gebruik van inputs, waarbij mens, dier en natuur centraal staan. Bij de uitvoering sluit Topsector Agri&Food zo veel mogelijk aan op de lopende trajecten van de Alliantie Verduurzaming Voedsel (AVV), de Uitvoeringsagenda Verduurzaming Veehouderij (UDV) en het Initiatief Duurzame Handel (IDH). Verduurzaming is een integraal onderdeel van de kennis & innovatieagenda van de Topsector.
Voor het werkgebied Duurzaamheid is een coördinatiegroep ingesteld waarin onder andere de nauwe samenwerking tussen de AVV en UDV tot uiting komt door middel van een vertegenwoordiger van beide samenwerkingsverbanden in deze groep. Ook is een verbinding gemaakt met het IDH.
Binnen het werkgebied Duurzaamheid ligt de focus op vier doelstellingen:
- Efficiënter gebruik van grondstoffen en halffabricaten in de gehele voedselketen (incl. voedselverspilling).
- Beperking en tot waarde brengen van reststromen.
- Integrale verduurzaming van dierlijke ketens.
- Bijdragen aan meer duurzame importstromen, bijvoorbeeld via grondstoffenaanpak.
Vanuit de coördinatiegroep is onder andere ingezet op de realisatie van de SBIR ‘Verduurzamen voedselproductie’ (budget € 2,0 mln). In 2014 zijn in dit kader 16 haalbaarheidsprojecten toegekend. Eind 2015 zijn vervolgens 5 ontwikkelprojecten toegekend. De projecten zijn gericht op het verwerken van groenteresten tot waardevol eiwit, betere bewaring van aardappelen, groen fosfaat en verduurzaming visteelt.
Duurzaamheidsprestaties
Om een beter beeld te hebben waar de verduurzamingsuitdagingen liggen binnen de topsector Agri&Food, is in opdracht van de Coördinatiegroep door WUR/LEI een state-of-the-art gemaakt op het gebied van de duurzaamheidsprestaties voor vier belangrijke grondstoffen van de aardappel-, suiker-, varkensvlees- en zuivelketen. De vier grondstoffen zijn land, water, energie en fosfaat. Er is hierbij voornamelijk gefocust op de kansen en uitdagingen die er zijn op het gebied van efficiënter grondstofgebruik. Als aanvulling op deze studie is ook gekeken in hoeverre een efficiënte verwaarding van reststromen binnen de ketens plaats vindt.
Belangrijkste conclusies op basis van het LEI rapport:
- In grote lijnen wordt geconstateerd dat er binnen deze grote ketens steeds duurzamer wordt geproduceerd. Met name de restromen worden grotendeels duurzaam hergebruikt.
- Voor het gebruik van grondstoffen liggen kansen bij de grondstoffen fosfaat en energie. Verbetering kan vooral gevonden worden in het verlagen van het energieverbruik en het vergroten van de energieproductie via vergisting en duurzame energieproductie door zon, wind of biomassa. Dit is een stap die in alle vier ketens kan worden gemaakt. Verder biedt het sluiten van de mineralenkringloop mogelijkheid tot het beter benutten van nutriënten.
- Duidelijk komt naar voren dat iedere schakel in de keten van belang is om een bijdrage te leveren aan een duurzamer eindproduct. Dit geldt voor toelevering, primaire productie, handel, transport en afzet.
Benchmark Duurzaamheid
De coördinatiegroep duurzaamheid van het Topteam Agri&Food heeft Wageningen Economic Research gevraagd inzicht te geven in de duurzaamheidsprestaties van de Nederlandse Agri&Food-sector op basis van de Food Sustainability Index (FSI). Hiermee kan in beeld worden gebracht hoe de Nederlandse agri&food-sector op het terrein van duurzaamheid presteert in vergelijking met zijn belangrijkste concurrenten. In 2010 verscheen de eerste uitgave van de monitor transitie duurzame landbouw.
Duurzaam bodembeheer
Verduurzaming wordt binnen de Topsector Agri&Food vooral ingestoken als ‘het efficiënter omgaan met grondstoffen’; minder verliezen (meer met minder). Maar, het is en blijft een beperkte definitie van het feitelijke vraagstuk.
Steeds meer wordt gezocht naar een echt integrale aanpak waarin ook het zogenaamde afwentelingsvraagstuk aan de orde is: duurzame, circulaire voedselsystemen waarin bodembeheer en water worden meegenomen.
Eén van de belangrijkste productiefactoren in de agrifoodketen is een vruchtbare bodem. Door onder meer teruglopende organische stofgehaltes, staat de bodem sterk onder druk. Boeren en tuinders zijn zich dit vaak wel bewust, maar laten zich bij het maken van beslissingen, die van invloed zijn op de bodemgesteldheid, vaak leiden door de wensen van hun afnemers. Het is juist bij de afnemers en schakels in de voedselketen vaak niet bekend dat zij met hun wensen invloed hebben op de bodemgesteldheid en daarmee op de voedselzekerheid naar de toekomst toe.
Op basis van deze analyse heeft de Coördinatiegroep Duurzaamheid ‘bodem’ in 2017 tot speerpunt benoemd en vastgesteld dat integraal bodembeheer de basis is voor de continuïteit van onze voedselproductie: De bodem is van groot belang voor de landbouw en voor de gehele maatschappij. Als we geen afwentelingsmechanisme willen, impliceert dat onze verantwoordelijkheid voor de volgende generaties. Zij moeten de bodem kunnen gebruiken voor land- en tuinbouw, natuur, drinkwater etc.
Om dit thema verder te verdiepen zullen toonaangevende ketenpartners in Nederland worden uitgenodigd om in samenspraak bestaande en vernieuwende bodeminitiatieven een impuls te geven en tot concrete verdieping te komen.