Projecttitel: Vermindering fosforexcretie door biologisch gehouden varkens en pluimvee
Projectnummer: AF-15105
Kernthema: Klimaatneutraal
Looptijd: 2015-2017
Budget publiek: € 305.000
Budget privaat: € 240.000
Projectpartners: ABZ Diervoeding, Agruniek Rijnvallei, Biologische Pluimveehouders vereniging, Louis Bolk Instituut, Reudink BV, Schothorst Feed Research, Vereniging Biologische Varkenshouders, Wageningen Research.
Samenvatting
In verband met het streven naar evenwichtsbemesting zijn de fosfaatgebruiksnormen de afgelopen jaren geleidelijk verlaagd. Op dit moment is fosfaat de limiterende factor voor de hoeveelheid mest die per hectare aangewend mag worden. Voor de biologische akkerbouwer zijn deze fosfaatgebruiksnormen een groot knelpunt, omdat wanneer de maximale hoeveelheid fosfaat is aangevoerd, er nog steeds ruimte en behoefte is om stikstof aan te voeren. Deze mag niet als kunstmest (KAS) worden aangevoerd. Voor de biologische varkens- en pluimveehouder is de mestafzet door beperkte plaatsingsruimte van biologische mest binnen Nederland problematisch vanwege i) een ongunstige (lage) N/P-verhouding in de mest en ii) de relatief grote omvang van de biologische veehouderij ten opzichte de biologische akkerbouw. Een N/fosfaat verhouding van minimaal 3:1 is voor de akkerbouwer ideaal, maar deze verhouding is in varkens- en pluimveemest rond de 1-1.5:1. De biologische akkerbouw is in vergelijking met de biologische veehouderij een relatief kleine sector. Dit is met name veroorzaakt door de sterke groei van de biologische legpluimveehouderij. Op dit moment wordt 60%-70% van de pluimveemest geëxporteerd, wat de biologische veehouderij uitermate kwetsbaar maakt.
Biologische mest moet als meststof worden aangewend; verbranden is niet toegestaan. Bovendien gaat de biologische melkveehouderij naar verwachting groeien, wat (tijdelijk) kan leiden tot een hoger mestoverschot.
Links
Rapportage 2015
Rapportage 2016
Rapportage 2017
Deel dit bericht