Projecttitel: 1H4F – Biomarkers voor welzijn van melkvee
Projectnummer: AF-16162
Missie: Gewaardeerd, gezond en veilig voedsel
MMIP: Veilige en duurzame primaire productie (D3)
Looptijd: 2017 – 2020
Budget publiek: € 710.000
Budget privaat: € 710.000
Projectleider: Kees van Reenen
Betrokken partijen: Gezondheidsdienst voor Dieren, LTO, Wageningen University & Research, ZuivelNL
Op dit moment beschikbare instrumenten voor het monitoren van gezondheid en welzijn van melkkoeien op bedrijven in de praktijk, zoals bijvoorbeeld KoeKompas, zijn arbeidsintensief en daardoor relatief kostbaar. Bovendien ontbreken in deze instrumenten waarnemingscriteria die specifiek indicatief zijn voor ‘positief’ welzijn. Dit project heeft tot doel om gemakkelijk toepasbare, objectieve en non-invasieve biomarkers te ontwikkelen voor het meten van zowel ‘negatief’ welzijn en ‘stress’ als ‘positief’ welzijn en ‘geluk’ bij melkkoeien op koppelniveau. Het achterliggende principe is afkomstig uit recent onderzoek met in het bijzonder mensen en primaten waaruit blijkt dat de emotionele toestand (van positief tot negatief) samenhangt met variatie in neuroendocriene en fysiologische biomarkers, zoals bepaalde hormonen, componenten van het immuunsysteem in bloed en speeksel, en parameters met betrekking tot hartslag en hartslagvariabiliteit. Ook bij (landbouwhuis)dieren zijn aanwijzingen dat veranderingen in emotionele toestand, bijvoorbeeld onder invloed van stress of ziekte, gepaard gaan met karakteristieke neuroendocriene en fysiologische veranderingen. Gedragskenmerken zoals spelgedrag en positieve sociale contacten met soortgenoten worden vooralsnog als sterkste indicatoren gezien voor de aanwezigheid van een positieve emotionele toestand bij (landbouwhuis)dieren. De fysiologische en neuroendocriene karakterisering van een positieve emotionele toestand van (landbouwhuis)dieren is een nog grotendeels onontgonnen terrein. In dit project worden zowel experimenteel – door het toepassen van gecontroleerde behandelingen op een proefbedrijf, als in de praktijk – door het selecteren van specifieke groepen melkveebedrijven, contrasten gecreëerd in de houderijsituatie van melkkoeien waarvan mag worden aangenomen dat er sprake zal zijn van een verschil in emotionele toestand van de koeien, variërend van positief tot negatief. Simultaan met gedrags- en gezondheidswaarnemingen worden neuroendocriene, immunologische, fysiologische en gedragsmatige variabelen non-invasief bepaald in lichaamsstoffen anders dan bloed, zoals melk, urine, faeces, speeksel en haar, en met behulp van sensoren. Onderzocht wordt welke biomarkers systematisch verschillen tussen condities waarin sprake is van een verschil in emotionele toestand. De aldus geïdentificeerde biomarkers stellen de melkveehouder in staat om directer en efficiënter op het welzijn van hun koeien te sturen, en een toestand van verminderd welzijn in een vroegtijdig stadium te detecteren. Dit heeft naar verwachting positieve gevolgen voor diergezondheid, uiteindelijk resulterend in een vermindering van het gebruik van antibiotica. Het gebruik van deze biomarkers maakt het naar verwachting ook mogelijk om houderijsystemen voor melkkoeien als expliciet positief te beoordelen vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, en niet alleen als minder negatief.
Links:
Deel dit bericht