Structureel watertekort dwingt tot slimmer watergebruik in de levensmiddelenindustrie

Bert van ReesGeen onderdeel van een categorie, Nieuws

In het waterrijke Nederland dreigt een structureel watertekort, vooral voor industriële toepassingen. De economische groei en de bevolkingstoename zorgen voor een stijgende vraag naar schoon water. Tegelijk raken de grondwaterbronnen overbelast, met name in droogtegevoelige regio’s zoals Brabant, Oost- en Noord-Nederland. Circulair watergebruik in de voedingsmiddelenindustrie biedt een oplossing voor dit probleem, maar daarvoor moeten nog verschillende obstakels worden weggewerkt.

De kern van het probleem is dat op erg veel plekken drinkwater wordt gebruikt bij toepassingen waarvoor dat niet nodig is. Denk daarbij aan schoonmaak, koeling en irrigatie. Bij veel bedrijven in de voedingsindustrie is water van drinkwaterkwaliteit juist noodzakelijk. Het aanbod van water in deze sector wordt dus kleiner, terwijl ondertussen de vraag ernaar groeit door de noodzakelijke uitbreiding van de productie. Op technologisch vlak zijn er veel mogelijkheden voor hergebruik van afvalwater. Toch komt het circulair watergebruik in de voedingsmiddelenindustrie nog moeilijk van de grond.

Waterprijs is een probleem
Een belangrijk obstakel is de waterprijs, constateert Marcel Lambregts, Relatiemanager Water bij de Rabobank en aanjager van het project ‘Route- en Kansenkaart Circulair watergebruik in de voedingsmiddelenindustrie’. “Water is in Nederland heel goedkoop. In België bijvoorbeeld, betaal je fors meer.” Wanneer de waterprijs laag is, zijn bedrijven niet bereid te investeren in technologische oplossingen, omdat de businesscase ontbreekt.

Dat verandert wanneer bijvoorbeeld op een industrieterrein de waterdruk opeens wegvalt door een watertekort. “Ik ken een casus van een voedselverwerkend bedrijf dat in zijn processen zeer veel drinkwater gebruikt, maar door zo’n incident enige tijd stil kwam te liggen. Dat kost omzet en reputatieschade wanneer er niet op tijd geleverd kan worden.” Die situatie kan worden ondervangen wanneer het bedrijf een systeem bouwt voor circulair watergebruik. Hiermee kan het drinkwatergebruik met gemiddeld 15 procent dalen, wat ten goede komt aan de waterdruk.

De wetgeving beperkt echter de mogelijkheden voor circulair watergebruik. “Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om in de voedingsmiddelenindustrie ander water dan drinkwater te gebruiken.” Het drinkwater in Nederland is van zeer hoge kwaliteit en vormt daarmee een garantie voor de voedselveiligheid. Maar gezuiverd afvalwater kan met de inzet van de juiste technologie zelfs schoner zijn dan drinkwater, stelt Lambregts.

Afspraken over slimmere routes voor circulair gebruik van water worden ook bemoeilijkt doordat de verantwoordelijkheid voor water gefragmenteerd is, geeft Lambregts aan. Drinkwaterbedrijven, gemeenten, waterschappen en provincies beheren allemaal een deel van de keten van drinkwatervoorziening. Ze hebben elk hun eigen verdienmodel en soms conflicteren aangedragen oplossingen daarmee.

Samenwerken aan slimme aanpak
Om de huidige impasse te doorbreken werkt een groot aantal partijen uit de watersector, voedingsmiddelenindustrie, kennisinstellingen en overheden samen in het project ‘Route en Kansenkaart circulair watergebruik in de voedingsmiddelenindustrie’. Er is nog veel onderzoekswerk te doen naar innovatieve oplossingen en nieuwe kaders waarbinnen gezocht kan worden naar kansen om deze waterproblematiek aan te pakken.

Dit initiatief behoort tot de ‘Route en Kansenkaart’-projecten die door TKI Agri & Food worden gefinancierd.

 

Deel dit bericht