Nederlands brood met graan van eigen bodem, het kan. Toch gebeurt het slechts mondjesmaat door de beperkte beschikbaarheid van baktarwe uit ons land. Twintig partijen uit de graan-, meel- en broodketen gaan voor duurzaamheid en voedselzekerheid en starten de PPS Nederlandse Baktarwe. Door knelpunten in de keten weg te nemen, kan het aandeel Nederlandse baktarwe in ons brood significant groeien.
Komende vijf jaar voert Wageningen University & Research een grootschalig onderzoek uit om de belemmeringen rondom Nederlands baktarwe weg te nemen. In totaal wordt € 3,6 miljoen euro gestoken in deze publiek-private samenwerking (PPS). De financiering komt vanuit de Topsector Agri & Food én het bedrijfsleven. Binnen de graan-, meel- en broodketen is er een sterke behoefte om meer zelfvoorzienend te zijn in de productie van baktarwe. Sinds de oorlog in Oekraïne is die behoefte verder gegroeid. Het onderzoek sluit bovendien aan op de Nationale Eiwitstrategie, die tot doel heeft om de komende jaren de zelfvoorzieningsgraad van plantaardige eiwitten te vergroten. Brood is namelijk een belangrijke bron voor onze dagelijkse eiwitbehoefte. Brood is op dit moment goed voor 47% van de plantaardige eiwitinname. “Willen we stappen zetten, dan moeten we wel een aantal kritieke knelpunten op verschillende plaatsen in de keten oplossen”, vertelt Hoogendijk. “Nederlandse baktarwe is mogelijk, dat bewijzen een aantal succesvolle initiatieven. Vanuit deze ketensamenwerking, kunnen we het aandeel van Nederlandse baktarwe verder laten groeien.”
Binnen de PPS Nederlandse Baktarwe worden verschillende routes bewandeld. Deze worden in samenhang uitgevoerd om uiteindelijk tot een betere en constantere bakkwaliteit van Nederlandse tarwe te komen. Zo moet een ketenanalyse leiden tot een gedragen vergoedingssysteem voor de baktarweteelt dat recht doet aan de extra risico’s en inspanningen van telers. Ook een betere kwaliteitsbeoordeling is onderdeel van de PPS. Die moet zorgen voor voldoende grote en uniforme partijen tarwe met ruim voldoende bakkwaliteit. “Ook in jaren met minder gunstige teeltomstandigheden willen we de aanvoer van goede kwaliteit baktarwe kunnen garanderen. Daar is verdiepende kennis voor nodig”, stelt Hoogendijk. “Deze en andere zaken pakken we komende jaren op. Gezamenlijk werken we aan de voedselzekerheid én duurzaamheid van brood, een belangrijke voedingsbron.”