Circulair zoetwater: innovatieve oplossing voor droogte en verzilting

ImagroNieuws

Nederland is een zeer waterrijk land, maar kampt toch steeds vaker met zoetwatertekorten. Klaas Schenk is als pootgoedteler erg afhankelijk van genoeg schoon water, maar mag geen oppervlaktewater gebruiken. Hij besloot een ingenieuze circulaire waterhuishouding op te zetten en staat nu model voor hoe de moderne akkerbouw met watertekorten kan omgaan.

“Er zijn heel wat oorlogen begonnen om water of om voedsel. Als boer heb ik beide in handen”, schetst Klaas Schenk, akkerbouwer in de gemeente Hollands Kroon, het strategisch belang van zoetwater. Al dertig jaar geleden, bij een bezoek aan Australië, realiseerde hij zich dat hij zich in een uiterst kwetsbare positie bevond. Er is wel veel oppervlaktewater maar vanwege hygiëneafspraken mag dat niet worden gebruikt bij het telen van aardappelen en uien als pootgoed. Die aanpak moet voorkomen dat boeren in het buitenland met hun uitgangsmateriaal ook plantenziekten importeren.

Regenwater opslaan in de bodem
Klimaatverandering zorgt ervoor dat er steeds warmere en drogere zomers optreden, waardoor aanvulling op het regenwater nodig is. Water uit de ondergrond gebruiken is geen optie omdat dit in de kuststreken te zout is. Klimaatverandering zorgt bovendien voor een stijging van de zeespiegel waardoor het verziltingsprobleem vergroot. “Door de droogte verdampt het zoetwater in de bovenste bodemlaag waardoor zout water naar bovenkomt tot in de wortelzone. Dat geeft schade aan je gewassen.”

Zijn oplossing is een watermanagementsysteem op het eigen bedrijf. Het regenwater vangt hij op en infiltreert dat na zuivering, in een zandlaag op dertig meter diepte. Het natuurkundig fenomeen dat zoet water bovenop zout water blijft drijven, zorgt ervoor dat het zoute water naar diepere lagen wordt gedrukt. Zo draagt het systeem bij aan het tegengaan van verzilting.

In droge periodes pompt Schenk het zoete water weer op en verspreidt dat zeer efficiënt onder zijn gewassen. Hij maakt daarbij gebruik van de drainagebuizen waarmee in natte tijden het water wordt weggeleid naar de ondergrondse opslag. Hij keert het proces als het ware om waardoor het water de wortels van onderaf bereikt. Sinds vijf jaar zet hij ook bovengrondse druppelirrigatie in die nauwkeurig kleine hoeveelheden water afgeeft aan planten die het nodig hebben.

Om die behoefte te bepalen gebruikt hij sensor- en satellietgegevens en een geavanceerd IT-systeem. “Het is bijna allemaal geautomatiseerd en werkt in realtime. Het houdt de waterniveaus in de velden bij, maar ook de behoefte van de gewassen. Aan de andere kant meet het de niveaus in zowel de bovengrondse als ondergrondse reservoirs en controleert de kwaliteit van de waterstromen.”

Via de druppelirrigatie kunnen ook de meststoffen worden toegevoegd die op dat moment nodig zijn voor de plantengroei. De precieze toediening zorgt ervoor dat er weinig nutriënten uitspoelen. De meststoffen die op het land komen, worden door de planten opgenomen of gaan met de drainage uiteindelijk weer in de ondergrondse waterbel en kunnen later opnieuw op het land worden gebracht.

Brug tussen theorie en praktijk
De boerderij van Schenk is inmiddels uitgegroeid tot een proeflocatie voor het project Zoetwaterboeren, dat TKI Agri & Food mede financiert. Rondom het project zijn verschillende bedrijven en organisaties betrokken, zoals Wageningen University & Research (WUR), ingenieursbureau Deltares, drainagespecialist Pipelife en diverse onderwijsinstellingen en regionale partners.

Schenk ziet het project en het consortium als een belangrijke brug tussen theorie en praktijk, met een duidelijke rol in het versnellen van bewustwording en transitie binnen de landbouwsector. “Wij zijn als boeren opgegroeid met het idee dat hoe meer input je levert aan je gewassen, hoe hoger de opbrengst is. Daarbij is de component omgeving een beetje uit het oog verloren.

Nu zie je een kentering in de vorm van kringlooplandbouw.” Hij wijst op de ideale omstandigheden daarvoor in Nederland. “We hebben hier de wetenschap en het onderwijs, een mooi klimaat en veel vooruitstrevende boeren. In een veranderend klimaat en een veranderende wereld waarin het draagvlak voor landbouw afneemt, zie ik dat we een gidsfunctie hebben voor voedselproductie.”

Deel dit bericht