Projecttitel: Verlaging endotoxine-uitstoot met gezondheidsbevordering in vleeskuikens door aanpak van de bron
Projectnummer: AF-18031
Missie: Gewaardeerd, gezond en veilig voedsel
MMIP: Veilige en duurzame primaire productie (D3)
Looptijd: 2019 – 2022
Budget publiek: € 400.000
Budget privaat: € 400.000
Projectleider: Ingrid de Jong
Betrokken partijen: Esbro, ForFarmers, Probroed, Speerstra Feed Ingredients, Wageningen University & Research
Fijnstof waar endotoxinen aan gebonden zijn vormt een risico voor de volksgezondheid; inademing van fijnstof en endotoxinen kan leiden tot longontsteking, verergering van astma en COPD en hart- en vaatziekten. Het lijkt daardoor aannemelijk dat endotoxinen en fijnstof ook een negatief effect hebben op de gezondheid van de dieren in de stal. Het is van belang om, naast het verminderen van de uitstoot naar de omgeving, ook de bron van endotoxinen aan te pakken om te zorgen voor een optimale omgeving voor de dieren en de verzorgers. De belangrijkste bronnen van endotoxinen zijn uitwerpselen van de dieren (vaak ook vermengd met strooisel), en in mindere mate de veren en huidschilfers van het dier zelf. Endotoxinen kunnen vanuit de strooiselmest met fijnstof in de stallucht terecht komen en worden via de ventilatielucht geëmitteerd naar de leefomgeving. De emissie van fijnstof en endotoxinen is een resultante van de complexe interacties tussen genetica, het microbioom en de fysiologie van het dier en luchtbewegingen in en ventilatiepatroon van de stal. Door deze interacties zijn er echter ook mogelijkheden om tot oplossingsrichtingen te komen door bij de bron (het dier en de endotoxinen) gerichte interventies uit te voeren. Daarnaast kunnen dierenwelzijn en diergezondheid bevorderd worden door het verminderen van de uitscheiding van endotoxinen uit het dier. Binnen deze PPS worden drie potentieel effectieve strategieën ter vermindering van de endotoxinenuitstoot door het vleeskuiken onderzocht:
1. Het beïnvloeden van het microbioom door voerinterventies
2. De invloed van de genetische achtergrond van het kuiken en de interactie tussen genetica en voerinterventies; en
3. Het beïnvloeden van de uitkomstomgeving al dan niet gecombineerd met specifieke vroege voeding.
2. De invloed van de genetische achtergrond van het kuiken en de interactie tussen genetica en voerinterventies; en
3. Het beïnvloeden van de uitkomstomgeving al dan niet gecombineerd met specifieke vroege voeding.
Naast de effecten van de strategieën op de hoeveelheid endotoxinen in de mest worden gezondheids-, welzijns- en productieparameters meegenomen om negatieve afwending daarop te voorkomen of zelfs toe te werken naar win-winsituaties.
Belangrijk voordeel van de bronaanpak voor endotoxinen zoals toegepast in deze PPS is dat potentieel ook de diergezondheid en de gezondheid van de veehouder (de ontvangers binnen de stal als de bron van emissies) positief worden beïnvloed.
Dit effect ontbreekt bij maatregelen die nu gebruikt worden, zoals staltechnieken die fijnstof en daaraan gehechte endotoxinen uit de stallucht verwijdern en ‘end-of-pipe’-oplossingen (luchtwassers en warmtewisselaars). Een mogelijke reductie van endotoxinen kan extra handvatten opleveren om naast verbeteringen in de stal ook de gezondheidseffecten voor omwonenden te verminderen. Endotoxine is een trigger voor immunologische reacties. Als het endotoxineniveau verlaagd kan worden, verlaagt dit ook de gevolgen van deze reacties. Naast verlaging van de endotoxinen kan door de aanpak aan de bron ook de kwaliteit van de mest worden beïnvloed, en daarmee de fijnstofvorming.
Met deze aanpak aan de bron worden er extra mogelijkheden gecreeërd om de negatieve gevolgen van emissies van fijnstof en endotoxine uit pluimveestallen voor de omgeving te verminderen.
Met deze aanpak aan de bron worden er extra mogelijkheden gecreeërd om de negatieve gevolgen van emissies van fijnstof en endotoxine uit pluimveestallen voor de omgeving te verminderen.
Links:
Deel dit bericht